Wereldberoemd in Breda: Emile Waagenaar fotografeert voor Stadsarchief Breda typisch Bredase en trotse ondernemers
Twee jaar geleden maakte de Bredase fotograaf Emile Waagenaar in opdracht van het stadsarchief 34 portretten van kleine zelfstandigen. Typisch Bredase zaken die, zoals burgemeester Paul Depla het toen verwoordde: “van groot belang zijn voor de identiteit van de stad.” De vele reacties die de foto’s opleverden, waren aanleiding om een vervolg te geven aan het project Wereldberoemd in Breda. Nog eens 32 portretten worden nu toegevoegd aan de serie die van 27 maart tot eind juni te zien is in de 3sec.gallery in de Chassé Parking.
Trotse ondernemers die in het dna van de stad zitten
In de jaren ‘90 fotografeerde Emile Waagenaar in opdracht van het toenmalig Breda’s Museum kleine bedrijfjes dieveel Bredanaars kennen, begrippen in de stad. Toen Ina Rhee van de Radiobeurs aan de Karnemelkstraat in 2017stopte, vroeg het stadsarchief Waagenaar ook haar ‘te documenteren’. Veel winkeltjes vol deden aan hetzelfde profielen bieden al jaren internet en de grote ketens het hoofd. Het project Wereldberoemd in Breda was geboren. Een mandarijntje van groenteboer Wout, een frietje van de Fer of een glimlach naar de beer van Hesemans: allemaal trotse ondernemers die in het DNA van de stad zitten.
De nieuwe portretten die Waagenaar in 2019 – 2020 maakte, worden ook nu officieel opgenomen in de collectie van Breda die door het stadsarchief wordt beheerd. In samenwerking met 3sec.gallery worden ze aan het grote publiek getoond.
Emile Waagenaar (Den Haag, 1949) studeerde in de jaren 70 film en fotografie aan kunstacademie St. Joost in Breda en is er, zoals hij het zelf zegt, blijven hangen. Hij voelt zich verbonden met de stad en de mensen die hij portretteerde.
Emile: “in Prinsenbeek vroeg ik Fred en Els van Tilborg naar de stoel in de hoek van hun tabak- en tijdschriftenwinkeltje. Els vertelde me dat die daar voor hun klanten stond, die in de winkel hun hart kwamen luchten. Ze gaf ze dan een bakkie troost en dat hielp even hun problemen te vergeten. Mijn moeder had ook zo’n stoel, zij had een drogisterij in Den Haag in de jaren 60 en 70. Wij noemden het de ‘huilstoel’ vanwege de vaak huilende huisvrouwen die erop plaatsnamen. Een luisterend oor en een glaasje jenever hielpen beter dan een gediplomeerde zielenknijper. Kijk, zo’n stoel hebben ze niet bij Bol.com, dat bedoel ik maar.”